- Na een historisch hoge loonstijging van naar verwachting gemiddeld ruim 7 procent in 2023 is het welletjes geweest, vinden werkgeversorganisaties.
- Zij pleiten in hun jaarlijkse advies aan cao-onderhandelaars voor loonmatiging in 2024.
- Dat moet bedrijven meer ruimte geven om te kunnen investeren.
- Lees ook: Lonen stijgen veel harder dan de inflatie: plus 6,1% in derde kwartaal
Lonen stijgen volgens werkgevers naar verwachting met gemiddeld ruim 7 procent dit jaar. Daarmee is wat bedrijven betreft een grens bereikt. Dat schrijven schrijven de werkgeversverenigingen AWVN, VNO-NCW en MKB-Nederland in de Arbeidsvoorwaardennota 2024, hun jaarlijkse advies aan cao-onderhandelaars.
Voor 2024 moet worden ingezet op loonmatiging, wat de werkgevers betreft. Dat staat haaks op de looneisen van vakbonden. Vakorganisatie FNV stuurt aan op een loonstijging van 5 tot 14 procent volgend jaar, terwijl het CNV mikt op een salarisverhoging van 4 tot 10 procent.
Volgens het CNV is er bij bedrijven voldoende ruimte voor forse loonsverhogingen
De werkgeversorganisaties vinden dat de loongroei van dit jaar los staat van de economische realiteit in veel bedrijven en sectoren. Dat is volgens hen onhoudbaar.
“Aan het oppervlak van de Nederlandse economie lijkt het goed te gaan”, schrijven ze. Zo is de werkloosheid nog steeds laag en laten bepaalde toonaangevende bedrijven een positieve winstontwikkeling zien. Maar op de achtergrond signaleren werkgevers zorgwekkende ontwikkelingen. Werkgevers wijzen onder andere op een toename van het aantal faillissementen, krimp van de industrie, achterblijvende investeringen en de hardnekkige inflatie.
Om de welvaart op peil te houden en de loonkosten te kunnen dragen, moeten bedrijven op dit gebied weer de tering naar de nering zetten.
Ook moeten ze voldoende geld overhouden om te kunnen investeren in bijvoorbeeld verduurzaming en nieuwe technologie om de arbeidsproductiviteit te verhogen. De werkgevers wijzen op de krapte op de arbeidsmarkt, die vanwege de vergrijzing alleen maar groter wordt.
Volgens het CNV is er bij veel bedrijven echter nog genoeg ruimte om de lonen fiks te verhogen. Volgens de vakbond zijn er nog honderdduizenden werkenden die wachten op een loonstijging die gelijke tred houdt met de inflatie. "In hun cao's zijn nog geen of nauwelijks verhogingen afgesproken in de afgelopen twee jaar. Voor die groep zet het CNV in op 4 tot 10 procent loonsverhoging", zegt de vakbond in een reactie op het advies van werkgeversorganisaties.
Werkgeversorganisaties vrezen dat verhoging minimumloon salarissen over hele linie opdrijft
De werkgevers maken zich vooral zorgen over bedrijven en branches die kampen met snel oplopende loonkosten, door de verhoging van het minimumloon en de invoering van het minimumuurloon. Ze vrezen dat die ontwikkeling de salarissen over de hele linie opdrijft.
Hogere lonen lossen het probleem van werkende armen niet op, stellen de werkgevers. Door het wegvallen van toeslagen en belastingvoordeel, levert een hoger salaris onder de streep niet altijd meer op. De werkgeversorganisaties vinden dat werken meer moet lonen en roepen het volgende kabinet op daar meer werk van te maken.
Ook werkgevers kunnen een steentje bijdragen om mensen aan te sporen om meer uren te werken, door onder andere de werktijden en werkomstandigheden aantrekkelijker te maken.
Een ander aandachtspunt voor werkgevers is terugdringen van het ziekteverzuim. Dit kost het bedrijfsleven zo'n 17 miljard euro per jaar. Werkgevers moeten daarom meer inzetten op preventie en investeren in de ontwikkeling en opleiding van werknemers.